Posted by Rachel Dolhun, MD,   on Foxfeed Blog.
Vertaald door Liesbeth Aerts.

Apathy and Parkinson’s Disease

In Januari lijkt alles en iedereen in het teken te staan van goede voornemens. Een van de meest populaire voornemens is om in het nieuwe jaar meer te bewegen. Jezelf motiveren kan voor iedereen soms moeilijk zijn, maar wat als het quasi onmogelijk lijkt? Wat als je bij de pakken blijft zitten en simpelweg nog in niets zin hebt? Het zou dan wel eens kunnen dat je te maken hebt met apathie.

 

Apathie is een niet-motorisch symptoom van de ziekte van Parkinson

Apathie veroorzaakt een gebrek aan motivatie en interesse, en vlakt ook het uitten van emoties af. Hobby’s of sociale activiteiten voelen niet langer aan als een plezier en je dagelijkse routine vraagt meer energie. Het wordt moeilijk om zelfs de meest gewone taken aan te vatten en af te maken.

Apathie kan soms verkeerd geïnterpreteerd worden als luiheid, een gebrek aan initiatief of depressie, en hoewel het soms deel uitmaakt van een depressie, kan apathie ook afzonderlijk voorkomen bij de ziekte van Parkinson.

Tot 40% van alle mensen met Parkinson krijgt te maken met apathie als symptoom en het is allicht op zijn minst ten dele te wijten aan een te kort aan de neurotransmitter (chemische stof in de hersenen) dopamine. Apathie kan eender wie treffen, ongeacht de fase van de ziekte, maar diegenen met depressie, onrust of cognitieve problemen (bijv. geheugenproblemen) zijn er het meest vatbaar voor. Hoe ouder en hoe heviger de motorische symptomen, hoe hoger vaak ook het risico op apathie is.

Apathie heeft verschillende mogelijke gevolgen

Apathie kan verregaande gevolgen hebben. Voor wie er zelf mee te maken heeft kan apathie leiden tot minder activiteiten (wat de al aanwezige mobiliteitsproblemen nog kan verergeren) en ook minder sociale interactie (wat dan weer kan leiden tot depressieve symptomen). Er is ook een verband tussen apathie en het minder tijdig nemen van medicatie en zelfs de reactie op medicatie (bijvoorbeeld na diepe hersenstimulatie).

De omgeving van iemand met apathie wordt er ook door geraakt – wanneer iemand meer zorgtaken op zich moet nemen kan dit namelijk voor extra stress zorgen.

De behandeling van apathie is gericht op gedragswijziging

Mensen met apathie hebben gewoonlijk niet door dat er een probleem is. Vaak zijn het familie of vrienden die veranderingen in gedrag of persoonlijkheid opmerken en ze aan de dokter melden. Het is belangrijk om dit te doen en vragenlijsten van de dokter in te vullen om te weten te komen of de symptomen komen door apathie, door depressie of een andere oorzaak hebben.

Als de diagnose van apathie wordt gesteld dan kan de dokter verschillende aanpassingen aanraden:

  • Hou een regelmatig dagritme aan: ga op ongeveer hetzelfde tijdstip slapen en sta op hetzelfde uur op. Als je luid snurkt, beweegt tijdens het dromen of extreem slaperig bent overdag, vraag dan aan je arts of je een slaapevaluatie of observatie moet ondergaan.

  • Plan actieve (fysiek en/of mentaal) en sociale activiteiten in. Maak een lijstje van wat je elke dag zal doen en wanneer.

  • Zet persoonlijke doelen. Begin bescheiden, met kleine doelstellingen waarvan je zeker bent dat je ze kan bereiken. Wanneer je dit doet, stel jezelf dan grotere doelen. Betrek anderen bij iedere stap in dit proces—dit zal bestaande banden versterken en nieuwe relaties opbouwen.

  • Fysieke activiteit is waarschijnlijk het allerlaatste waar je zin in hebt wanneer je moe en lusteloos bent. Het klinkt tegenstrijdig, maar beweging is eigenlijk heel nuttig om apathie tegen te gaan. Luister naar je lichaam en ken je limieten (stop bijvoorbeeld als je pijn hebt, forceer jezelf niet tot je kapot bent, etc.) maar probeer iedere dag iets actief te doen—een kleine buurtwandeling, of als je evenwicht niet goed is, stretchoefeningen op een matje thuis. Overweeg eventueel om deel te nemen aan groepsactiviteiten of sportklassen—er zijn verschillende activiteiten specifiek voor ouderen en/of mensen met Parkinson.

Medicatie om apathie te behandelen is helaas erg beperkt. Meer dopamine vervangingstherapie (dopamine agonisten en/of levodopa) kunnen bij sommigen helpen, maar dit moet natuurlijk voorzichtig gebeuren. Andere medicatie, zoals bijvoorbeeld medicatie voor dementie (bijv rivastigmine of Exelon) of voor depressie (in het geval dat de persoon depressief is) kunnen op individuele basis nuttig zijn. Sowieso werkt medicatie best in samenspel met de hogergenoemde gedragsaanpassingen.

Meer onderzoek nodig naar apathie

Klinische studies om behandelingen voor apathie te testen zijn moeilijk, vooral omdat apathie soms moeilijk te onderscheiden is van andere aandoeningen. Bovendien berust een apathie diagnose op wat patiënten zelf vertellen over hun symptomen en dokters die testen doen om ander dingen uit te sluiten (er is bijvoorbeeld geen bloed- of andere test om apathie vast te stellen).

Tot hier toe konden klinische studies aantonen dat zowel dopamine agonisten (zoals rotigotine, of Neupro) als non-dopaminerge medicatie (zoals rasagiline, of Azilect) helpen bij sommige mensen. Kleinschalige studies rond niet-farmacologische interventies – beweging, cognitieve of gedragstherapie, of transcranieele magnetische stimulatie (waarbij magnetische pulsen aan specifieke delen van de hersenen worden toegediend)—hebben een positief effect op apathie aangetoond. Meer onderzoek is nodig om apathie beter te begrijpen en om betere behandelingen te ontwikkelen.

Read one woman’s blog post about apathy.

 

Bron: https://www.michaeljfox.org/foundation/news-detail.php?ask-the-md-apathy-and-parkinson-disease&os_cid=tw-a30U0000000OWGOIA4&s_src=MJFFtw&s_subsrc=ask_md_apathy